Toevoegen betaalbare woningen leidt tot balans
Een dak boven je hoofd is een essentiële levensbehoefte. Het is niet voor niets opgenomen in de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Daar moet de overheid zich op richten. In Nederland doen we dat samen met de woningcorporaties. Het is van groot belang dat corporaties blijven inzetten op betaalbare woningen voor mensen die het echt nodig hebben.
Maar naast de kwantitatieve, is er een kwalitatieve vraag. Er is een groot tekort aan woningen in het middenhuursegment die voldoen aan de wensen van huurders. Denk aan specifieke locaties, typologie en diensten. Door in deze kwalitatieve vraag te voorzien zal er meer doorstroming kunnen plaatsvinden vanuit de corporatiesector naar het vrije huursegment.
Betaalbaarheid speelt niet alleen in het sociale segment, maar ook in de vrije huursector. Institutionele beleggers zien investeringen in betaalbare midden huurwoningen als één van hun kerntaken. Zij stellen vaak als eis dat de huur niet meer dan circa een kwart van het bruto inkomen van een huishouden mag uitmaken. Zo blijft het risico op een huurachterstand minimaal. Dat levert structureel goede resultaten op voor de belegger en een fijne woonbeleving voor de huurder.
Ondanks woonakkoorden zoals die gesloten worden met gemeenten Amsterdam en Utrecht is er meer nodig dan alleen deze goede gemeentelijke initiatieven. Ik denk dan aan meer centrale aansturing vanuit de overheid door het aanwijzen van gebieden à la Vinex in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Er is in Nederland een duidelijk onderscheid aangebracht tussen het sociale en vrije huursegment. In het laatste segment zijn veel institutionele beleggers die posities willen innemen. Deze partijen beleggen voor de lange termijn en nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat wil zeggen: een acceptabele rendementseis bij een gematigd huurbeleid.
Deze rol hoeven corporaties niet over te nemen. Wel zal er meer doorstroming moeten plaatsvinden, waardoor sociale woningen vrijkomen voor gezinnen die deze nodig hebben. Zo kunnen wij de hele woningvoorraad vergroten, in zowel het sociale als het vrije huursegment.
Robbert van Dijk MRE MRICS,
Voorzitter StiVAD