Feiten

Over heel 2022 kwam het volume woningbeleggingen, op basis van leverdatum, uit op 5.900 miljoen euro. Een stijging van ruim 40 procent. Deze stijging werd vooral in de eerste helft van 2022 gerealiseerd. Na de zomerperiode viel het volume terug met 5 procent ten opzichte van het voorgaande jaar.

Het volume aan woningbeleggingen op basis van overeenkomstdatum, toont een ander beeld: 4.400 miljoen euro in 2022 ten opzichte van 4.200 miljoen euro in 2021. Een stijging van nog maar 5 procent. De aangekondigde verhoging van de overdrachtsbelasting per 1 januari 2023 kleurt dit cijfer. Beleggers kozen ervoor de transactie nog in december 2022 te laten vallen.

Ook het aandeel van StiVAD-deelnemers in het woningbeleggingsvolume over heel 2022 ten  opzichte van 2021 daalde: van 56 procent in 2021 naar 47 procent in 2022. Het aandeel van StiVAD-deelnemers in nieuwbouw woningprojecten (leverdatum 2022) kwam uit op 68 procent. De overige nieuwbouwwoningen met 2022 als leverdatum kwamen voor  rekening van onder meer Union Investment (150 miljoen euro), Credit Linked Beheer (126 miljoen euro), Catella (69 miljoen euro), DWS (67 miljoen euro ) en Duinweide (65 miljoen euro).

Deelnemers in StiVAD kopen vooral woningen met een energielabel A of hoger (81 procent). Slechts veertien procent van de aangekochte woningen had een lager energielabel.
Van de woningen die de deelnemers in StiVAD in 2022 verkochten, had bijna  driekwart van de woningen een energielabel B of lager.

  • Het transactievolume op basis van leverdatum¹, in 2022 is uitgekomen op € 1,3 miljard
  • Dit was een stijging van +18% ten opzichte van 2021 (€ 1,1 miljard)
  • Het transactievolume, op basis van overeenkomstdatum² in 2022 is uitgekomen op € 1,1 miljard
  • Dit was een daling van -/- 15% ten opzichte van 2021 (€ 1,3 miljard)

Van de deelnemende woningbeleggers voorziet 55 procent het BAR voor  nieuwbouwwoningen in 2023 oplopen naar een niveau tussen 4,0 en 4,5 procent. Ruim een derde van de respondenten ziet het BAR zelfs stijgen naar een niveau tussen 4,5 en 5,0 procent. Eén belegger denkt dat het BAR boven 5 procent komt te liggen. In 2022 bereikte het mediane BAR voor nieuwbouw in het tweede kwartaal zijn laagste stand met een waarde van 3,6 procent en is eind 2022 opgelopen naar 4,2 procent.

Van de deelnemende woningbeleggers voorziet 55 procent het BAR voor  nieuwbouwwoningen in 2023 oplopen naar een niveau tussen 4,0 en 4,5 procent. Ruim eenDe mediane waarde van de bruto aanvangsrendementen op woningbeleggingen in Nederland – koopaanneming- en turnkeyovereenkomsten – daalden in de afgelopen vijf jaar van ruim vijf naar een krappe vier procent in de eerste helft van 2022. In het vierde kwartaal werd een stijging van de bruto aanvangsrendementen op nieuwbouwbeleggingen zichtbaar.

Tussen de grote steden zijn grote verschillen zichtbaar. Zo daalde het bruto aanvangsrendement op nieuwbouwwoningen in Amsterdam van onder vijf procent in 2020 naar minder dan vier procent in 2022. In Rotterdam daalde het bruto aanvangsrendement van 5,5 procent in 2020 tot 4,2 procent in 2022. De rendementen in Utrecht zitten daar  tussenin. derde van de respondenten ziet het BAR zelfs stijgen naar een niveau tussen 4,5 en 5,0 procent. Eén belegger denkt dat het BAR boven 5 procent komt te liggen. In 2022 bereikte het mediane BAR voor nieuwbouw in het tweede kwartaal zijn laagste stand met een waarde van 3,6 procent en is eind 2022 opgelopen naar 4,2 procent.